Rond 18.30 uur op 2 november ontving de politiemeldkamer een melding van een mishandeling in het Groningse Bedum. Een 41-jarige man uit de gemeente Het Hogeland zou zijn ex-vrouw hebben aangevallen met een hamer en daarna met onbekende bestemming zijn weggereden.
Ruim twee uur later werd het kenteken van de man gescand door de automatische kentekenplaatherkenning ANPR. De politieagent kwam (in een opvallend politievoertuig) achter de auto van de man te rijden. De agent probeerde de man met volgtekens tot stoppen te dwingen, maar dat werd genegeerd. Daarop ontstond een achtervolging met hoge snelheid, waarbij de agent zwaailicht en sirene aanzette en het voertuig volgde. Ook werd een politiehelikopter ingezet, die vanuit de lucht filmde.
De man uit Groningen haalde meerdere auto’s in. Iets voor negen uur ‘s avonds ontstond er vermoedelijk brand in of aan zijn auto, waarna hij op de tegengestelde rijstrook terecht kwam en frontaal op een ander voertuig botste. Zowel de 41-jarige man als de inzittenden van de andere auto, een echtpaar uit Emmeloord, zijn daarbij op slag overleden.
Uit het Rijksrecherche-onderzoek dat na dit incident is gestart, blijkt dat de agent zich heeft gehouden aan de opgestelde richtlijnen in dit soort situaties. Gezien de informatie die bij hem bekend was en de omstandigheden was het proportioneel en subsidiair om de man uit Groningen te achtervolgen. De agent bleef op een gepaste afstand en hield de gehele achtervolging contact met de meldkamer. De conclusie van het OM is dan ook dat de agent geen verwijt te maken valt en dat hij de verkeersveiligheid niet in gevaar heeft gebracht.